Nederlandsche stemmen over godsdienst, staat-, geschied- en letterkunde, Bände 1-3

Cover
Van Peursem., 1834
 

Andere Ausgaben - Alle anzeigen

Häufige Begriffe und Wortgruppen

Beliebte Passagen

Seite 26 - Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof ; en dat niet uit u, het is Gods gave ; 9 Niet uit de werken, opdat niemand roeme.
Seite 25 - Blijft in mij, en ik in u. Gelijkerwijs de rank geene vrucht kan dragen van zich zelve, zoo zij niet in den wijnstok blijft : alzoo ook gij niet, zoo gij in mij niet blijft. 5 -Ik ben de wijnstok, en gij de ranken ; die in mij blijft, en ik in hem, die draagt veel vrucht ; want zonder mij kunt gij niets doen.
Seite 2 - t waar, herrijst na zooveel eeuwen Het eeuwig Godsrijk der Hebreeuwen, En krimpt de Maan haar horens in? Verschijnt de middagzon in 't Oosten, Om Hagars zwervend zaad te troosten Van d
Seite 7 - En zij gaven hem een stuk van eenen gebraden visch , en van honigraten ; 43 en hij nam het en at het voor hunne oogen. 44 En hij zeide tot hen: Dit zijn de woorden die ik tot u sprak, als ik nog met u was, namelijk dat het alles moest vervuld worden wat van mij geschreven is in de wet van Mozes en de Profeten en de Psalmen.
Seite 2 - Vader ! bewaar ze in uwen naam, die gij mij gegeven hebt, opdat zij één zijn gelijk als wij. 12 Toen ik met hen in de wereld was. bewaarde ik ze in uwen naam. Die gij mij gegeven hebt, heb ik bewaard, en niemand uit hen is verloren gegaan, dan de zoon der verderfenis, opdat de schrift vervuld wierde.
Seite 142 - Hij zeide tot hem : Hoed mijne schapen. 17 Hij zeide tot hem ten derden maal : Simon, Jona's zoon ! hebt gij mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat hij ten derden maal tot hem zeide : Hebt gij mij lief ? en zeide tot hem : Heere ! gij weet alle dingen, gij weet dat ik u liefheb. Jezus zeide tot hem : Weid mijne schapen.
Seite 7 - ... mij overgegeven van mijnen Vader ; en niemand kent den Zoon dan de Vader, noch iemand kent den Vader dan de Zoon, en dien het de Zoon wil openbaren. 28 Komt herwaarts tot mij, allen die vermoeid en belast zijt, en ik zal u ruste geven. 29 Neemt mijn juk op u, en leert van mij, dat ik zachtmoedig ben en nederig van harte ; en gij zult ruste vinden voor uwe zielen.
Seite 9 - Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven ; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
Seite 9 - Eenen Profeet, uit het midden van u, uit uwe broederen, als mij , zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij hooren; a joh.
Seite 28 - Eaad , en zeiden : Wat zullen wij doen ? want deze mensch doet vele teekenen. 48. Indien wij hem alzoo laten (geworden), zij zullen allen in hem gelooven , en de Romeinen zullen komen , en wegnemen beide onze plaats en volk.

Bibliografische Informationen